Botsen met de bondscoach

Op een vrijdagavond ergens in 1975 probeert een bliksemsnel schaatsduo een weg te vinden tussen drommen rondjesdraaiende recreanten. Ronde na ronde gaat het kruip-door-sluip-door goed. Een zetje hier, een duwtje daar, tot een heerschap ineens naar binnentrekt, een beste zet krijgt en tegen het ijs smakt.

Frits Schalij

Frits Schalij in 1983. Foto: Rob Bogaert via Wikimedia Commons

“We zaten in Jong Oranje en gingen vrijdagsavonds trainen in Heerenveen, tijdens het publieksuur” vertelt Frits Schalij. “Op een gegeven moment waren Yep Kramer en ik met z’n tweeën en moesten we een aantal ronden rijden. Het was heel druk. Al ‘hoogop, hoogop’ roepend de baan over. We waren net 18 en reden om de ronde hard op kop.

Als Yep op kop komt rijdt er ineens eentje aan de binnenkant. ‘Hoogop!’ werkte niet, dus je komt met hoge snelheid aan. Dan is het dus een kwestie van smal maken en er tussendoor, een beetje met je schouder eronder, waardoor degene die niet aan de kant ging een zetje meekreeg. Hij hield het niet en ging over de kop. We waren net uitgereden toen Egbert van het Oever, onze trainer naar ons toekwam.‘Weten jullie wie jullie net onderuit reden?’ ‘Nee?’ Dat was Henk Gemser’. “Het tweetal maakte dat ze van het ijs afkwamen en deden wijselijk het zwijgen ertoe.

Een paar jaar later is Henk Gemser de bondscoach van de kernploeg, waar het tweetal deel van uitmaakt en het moment lijkt gekomen om het toch voorval toch maar ‘s te bekennen. “Toen hebben wij dat min of meer vriendelijk verteld, maar Henk die werd toen toch kwaad” verteld Frits Schalij jaren later geamuseerd. Kennelijk had de bondscoach de ervaring nog niet helemaal verwerkt. De vertraagde uitbarsting van de nestor van het schaatsen heeft naar verluid overigens geen blijvende schade opgeleverd aan de verhoudingen binnen de kernploeg.