De wraak van de slingeraap
Op een zaterdag, het moet ergens rond 2002 zijn geweest, traint de Friese Gewestelijke Schaatsselectie gelijktijdig met de Heerenveense clubselecties uit Friesland op Thialf. De jongens van de clubselectie kunnen heel behoorlijk schaatsen, maar halen het niet bij de mannen van het Gewest. Zo rijdt er een jongen uit de clubselectie die breed rijdt, die veel ijs gebruikt. En niet zomaar breed, nee hij slingerde alle kanten op. Een fors gebouwde Gewestelijke rijder met een vierkante kop stoort zich er mateloos aan. Het litteken op de rechterwang loopt rood aan. Hij heeft er last van, vindt hij. Moet inhouden, kan er niet normaal langs en irriteert zich er zo aan dat hij zich bij zijn trainer beklaagt. ‘Doe er wat aan. Die slingeraap rijdt me voortdurend voor de poten’.
Het is 2013. Trainer Jillert Anema ziet met ingehouden tevredenheid hoe Jorrit Bergsma de wereldtitel op de 10 kilometer voor de neus van Sven Kramer wegkaapt. Net als vroeger kan Kramer er niet langs, alleen ditmaal op een andere manier dan jaren eerder. Het is de eerste grote bres in de muren van Kramer’s voorheen onneembare vesting. Het brengt de eigengereide coach tot de uitspraak dat Kramer ‘zich maar beter kan gaan concentreren op de 1500 meter’. De uitspraak wordt door de immer sceptische volgers als een excentrieke uitspraak van een excentrieke coach gezien. Zo’n overwinninkje is leuk, maar die Bontebokker moet vooral niet overdrijven. Anema zegt wel vaker wat en krijgt er de lachers mee op z’n hand, waaronder een hoofdschuddende Kramer.
Een klein jaar later besterft het gelach van de vele sceptici, om plaats te maken voor een enkele, aanhoudende, gierende, bulderende lach. Op het middenterrein van dezelfde baan is het Anema die onder het oog van de camera rood aangelopen lijkt te blijven in z’n geproest. En met hem lacht natuurlijk zijn pupil, die zich beperkt tot een bescheiden grijns. Onhoorbaar, maar wel met het goud om de nek. De 10 kilometer is definitief niet meer het terrein van De Koning. De echo van Anema’s lach zingt nog altijd rond tussen de stalen binten van de Adler Arena.
Maar gelukkig voor Kramer is er nog altijd de 5000 meter. De afstand waar techniek, kracht, snelheid , uithoudingsvermogen en wilskracht elkaar in een volmaakt evenwicht houden. Kramer voert de uitputtende koordans als altijd feilloos uit. Prolongeert zijn Olympische titel. En ook het seizoen erop komt Bergsma hooguit in de buurt. Dicht in de buurt, dat wel. Maar in een discipline waar secondes gelden als gapende ravijnen, zijn de handvol tienden die Jorrit nog tekort komt nog altijd voldoende om een afsprintend marathonpeloton in kwijt te kunnen.
Het is november 2015. De kop van het seizoen is eraf. En de slingeraap rijdt Sven na al die jaren nog altijd voor de poten. De eerste klap levert Jorrit z’n felbegeerde daalder op. Op de afstand waar de koning van de apenrots domicilie had gevonden. Onaantastbaarheid zelfs. De afstand waar heersers van weleer braken op de ongenaakbare klappen van de Fries uit het grootse schaatsgeslacht. Maar de 5 kilometer is ook zijn laatste bastion. Een volwassen geworden Sven zal niet meer bij z’n coach klagen ‘er wat aan te doen’. Hij zal terugvechten, zal zijn afstand tot de laatste snik verdedigen. In Calgary volgt de tweede ronde in een gevecht dat hopelijk een seizoen of langer zal duren. Maar de wraak van de slingeraap is bijna compleet. In ieder geval is Sven nog lang niet van ‘m af.
Foto’s: (c) Vincent Riemersma Tekst: Johan Boef