Het barre buiten-EK van ’83

De verkleumde toeschouwers zijn al dichter bij elkaar gaan staan. Met 16.000 op de kille, kale betonnen tribunes van de Haagse Uithof hou je elkaar misschien een beetje uit de wind. Maar de gitzwarte lucht heeft bij Ter Heijde de kust al bereikt, en dreigt over een paar minuten de Hofstad een zelden vertoonde geseling van natte sneeuw en hagel bezorgen. De schaatsliefhebbers stoten elkaar aan, wijzen bezorgd naar de lucht. ‘Dit kan er ook nog wel bij’. Want de weergoden hebben zich dit weekend wel heel opzichtig met het toernooi om de Europese titel bemoeit. En om er geen misverstand over te laten bestaan besluiten ze tijdens de afsluitende 10 kilometer alles uit de kast te halen.

Gruis en duinzand

De dag ervoor was tumultueus verlopen. Het gruis van de nieuwe daklaag van de aanpalende ijshockeyhal, vermengd met opgestoven duinzand, liet zich door de wind gewillig verplaatsen naar de open 400 meterbaan om daar op het halfnatte ijs menig kampioensdroom te laten stranden. Degenen die op de 500 meter overeind bleven reden met angst in het hart. De bonkige Rus Botsjkarjov viel, Yep Kramer werd door z’n tegenstander getackeld, maar mocht overrijden. En de Noorse titelfavoriet Rolf Falk-Larsen wist dat hij moest blijven staan om in de race te blijven. Dit lukte, maar de Noor offerde hiervoor een handvol seconden en daarmee het kampioenschap op. En Hilbert van der Duim prikte z’n punt in het ijs, tikte z’n tegenstander aan en durft niet voluit. Het was de onverstoorbare Frits Schalij die het best het dakgruis wist te ontwijken en snelde met een schappelijke 40.40 naar de winst.

Schuurpapier

Superstayer Geir Karlstad zou ook z’n portie nog krijgen. Hij startte op wit schuurpapier van de grofst verkrijgbare korrel, zelfs het beton onder het ijs had een grotere glijfactor. Het was de vierde rit, die ook nog ’s 7 minuten later van start gaat omdat Kramer weinig haast had naar de start te komen, zo kort nadat hij de 500 meter had overgereden. Een magere tiende plek viel de Noorse beuker ten deel. Hij moest de ritwinst zelfs nipt aan Frits Schalij laten, die met een negende plaats eveneens ver beneden zijn stand over de streep kwam. Ook Van der Duim deelde in de malaise en zag een mogelijk kampioenschap bijna met de jagende wind vervliegen. Het was Kramer, de man van de blessures, de eeuwige underdog, die na de eerste dag het gevoel kreeg dat zijn kansen dan toch eindelijk waren gekeerd. De ongeluksmagneet leek ditmaal van pool te zijn gewisseld en eindelijk ’s het geluk aan te trekken.

Windstoot

Op de tweede dag van het kampioenschap had de harde wind de lucht schoongeveegd, maar had nog altijd vrij spel op de open baan. Tot de metrische mijl mocht Frits Schalij nog op het kampioenschap hopen. zeker omdat juist dit zijn afstand was. Helaas voor de Amsterdammer zette een uurtje of drie eerder een harde windvlaag vanuit het Nauw van Calais koers richting de Hollandse kust. Tot aan de razende branding die hard op de kust bij Hoek van Holland inbeukte, won de vlaag aan kracht en raasde uit alle macht over de Hofstad. Bomen bogen nog dieper, een enkele loszittende dakpan gaf zich eindelijk over. Op het moment dat de windstoot loeiend de Uithof bereikte was Schalij net aan zijn laatste ronde begonnen. Met de snelste doorkomst nog wel. Maar in de botsing met de elementen die volgde was hij geen partij. Zijn overwinningsdroom waaide met de voortrazende rukwind mee de Hollandse polder in.

Geschraapt ijs

Tomas Gustafson, Bjørn Arne Nyland, Van der Duim en klassementsleider Kramer zijn dan nog volop in de race. Maar de minnen en plussen wisselen weer, de polen nemen hun oude positie weer in. Na twee ritten ziet debuterend hoofdscheidsrechter Wiebe Brouwer de onheilspellende wolkenpartij en eist hij zijn rol op. Brouwer, een kleine, tanige man die nog liever z’n tong inslikt dan op een beslissing terug te komen vuurt een bevel af: Het ijs schrapen. De natte sneeuw die dadelijk door de dreigende lucht wordt uitgespuugd zou zich op de baan kunnen vastzetten en een geschraapte baan zou dit voorkomen. Maar de duistere hemel maakt haar dreiging niet waar. Nog niet. Maar dan is het voor Yep Kramer al te laat. Hij moet zich tien kilometer lang een weg zien te bikken over een bevroren hobbelweg en weet al voor de streep dat het gedaan is. Ook titelverdediger Gustafson wordt met de Haagse rasp geconfronteerd en ziet zijn vier seconden voorsprong verdwijnen.

Van der Duim heeft meer geluk en rekent in een degelijke rit af met zowel Frits Schalij als een handvol vervelende rukwinden. Alleen de Noor Nyland kan Van der Duim dan nog bedreigen, maar dan mag niets tegen zitten. Juist dan ontlaadt de dreigende bui eindelijk al haar woede op de Haagse baan: de hagel gaat bijna horizontaal de baan over en geselt de arme Noor vrijwel de hele rit. Zijn 15.04 mag een wonder heten, maar doet hem eindigen op de 10e plaats. De ontberingen van het doorweekte en verkleumde publiek zijn niet voor niets geweest: Hilbert pakt z’n eerste Europese titel.

Heroïsche strijd

Het machteloze ’Wat als’ zal bij de overige kanshebbers nog wel ’s door het hoofd hebben gespookt. Yep Kramer riep zelfs ‘de titel is mij ontstolen’. Maar waren er naast Van der Duim alleen maar verliezers? Nee, vooral het publiek kwam als winnaar uit de bus. Zelden werd er zo heroïsch strijd geleverd, werd de pijn en de frustratie van de verliezers zo gevoeld. De hagelbuien die de rijders geselden sloegen het publiek niet over, maar toch bleven ze kijken, geboeid als ze waren door het slagveld dat door de elementen werd aangericht. Je zou bijna gaan terugverlangen naar het tijdperk dat grote schaatstoernooien in de open lucht werden afgewerkt. Bijna dan.

Tekst: Johan Boef