Het schaatswalhalla

 

Het schaatswalhalla

 

Als de reizigers vermoeid bij hun bestemming aankomen kijken ze hun ogen uit. Bovenaan de trappen schittert een fonkelwit paleis, zo groot als ze nog nooit hebben gezien. Het is een buitengewone plek. Geen plek voor gewone stervelingen. Om hier binnen te komen moet je uitzonderlijk zijn, moet je kunnen excelleren. Zelfs Thialfi, de snelste man op aarde en helper van dondergod Thor moet het afleggen: tot drie keer toe wordt hij verslagen. Maar de strijd was oneerlijk, Thialfi moest het opnemen tegen magie: zijn tegenstander was de gedachte van de verraderlijke god Loki. En wat gaat er sneller dan een gedachte?

 

 

 

Het is een gedachte die aan de basis stond van het nieuwe Thialf. De gedachte, het idee weer de beste baan ter wereld te zijn. De gedachte was snel, de uitvoering duurde langer. Maar wat de gedachte voortbracht was overweldigend: een lichtpaleis waarin de schaatsgoden zich kunnen meten, hun grootse daden tonen aan de toegestroomde stervelingen. Binnen welteverstaan. Want de weergoden blijven buiten, ook hier is Thor niet welkom. Maar het licht wekt wel de illusie van buitenijs. Het helwitte plafond doet denken aan een eindeloze sneeuwvlakte. De hoge blauwe puien geven het gevoel van een wolkenloze, ijzige horizon, van noorderlicht.

 

Zoals de dondergod buiten, beheerst de ijsmeester binnen het klimaat. Met luchtgordijnen, ondergrondse warmte, koude-opslag en baanvakken waarin de hardheid van het ijs door hem op commando gevarieerd kan worden. Sommigen noemen het magie. In tegenstelling tot het oude verhaal wordt in het schaatswalhalla de magie ingezet om iéders prestatie naar ongekende hoogten op te drijven. In het nieuwe Thialf zal hard geschaatst worden. Misschien wel hard genoeg om een onmogelijke gedachte in te halen: de gedachte aan wereldrecords.

logo-marathonschaatsen-schaduw

Fotografie: (c) Vincent Riemersma

Tekst: Johan Boef